Verzoeker is tijdens een Piratenfestival onder een touringcar terecht gekomen. Hij stelt de bestuurder van de bus en de organisator van het festival aansprakelijk. De organisator is op grond van de zogenaamde Kelderluikcriteria niet aansprakelijk. De bestuurder van de touringcar is wel aansprakelijk doordat artikel 185 WVW wordt toegepast ook al is er geen sprake van een openbare weg. Wel sprake van eigen schuld (40% bij verzoeker), na billijkheidscorrectie dient de Achmea (de WAM-verzekeraar van de bus) 75% van de schade te vergoeden.
In de schaderegeling is discussie ontstaan over de gebondenheid van partijen aan een orthopedisch rapport en het opvragen, verzamelen en toezenden van ontbrekende informatie. Het verzoek om het rapport als uitgangspunt bij de onderhandelingen te verklaren wordt afgewezen, het tegenverzoek t.a.v. ontbrekende informatie wordt toegewezen.
Verzoeker is moeilijk ter been en maakt onverwachte beweging naar links, waarbij hij in aanraking komt met een fietser (verweerder). Verzoeker stelt dat verweerder aansprakelijk is omdat hij hem met hoge snelheid aangereden heeft en de fiets niet tijdig tot stilstand kon brengen (artikel 19 RVV). Toedracht onduidelijk, vordering afgewezen.
Het betreft hier een kop-staart botsing waarbij de feitelijke toedracht (nog) niet vaststaat. Het verzoek wordt daarom afgewezen en er vindt ook geen kostenbegroting plaats. Verzoekster had in redelijkheid kunnen voorzien dat het zou aankomen op bewijslevering, waarvoor in een deelgeschilprocedure naar haar aard in beginsel geen plaats is, zo ook in dit geval. Een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor had meer in de rede gelegen.
Automobilist rijdt in buitengebied waar snelheid van 60 km/u is toegestaan. Door getuigen komt vast te staan dat snelheid automobilist lager is en – ook in de visie van de rechtbank – aangepast aan de omstandigheden ter plaatse. Fietser reed zonder snelheid te verminderen en met vrij hoge snelheid zonder voorrang te verlenen in de zijkant van de auto. Overmacht aan de zijde van automobilist.
Werknemer is op 18 maart 2013 een arbeidsongeval overkomen. Werkgever heeft een AVB-polis afgesloten bij verzekeraar. De vordering van werknemer op werkgever is verjaard. Werkgever en werknemer proberen toch de schade af te wentelen op een verzekeraar. Dat lukt niet.
Op 16 februari 2021 is [verzoekster] , onderwijzeres bij SCOT, een ongeval overkomen tijdens de uitvoering van haar werkzaamheden. [Verzoekster] was met haar mobiele telefoon foto’s aan het maken van de sportende kinderen in de gymzaal en is tijdens het lopen gestruikeld over een stang, toebehorende aan een wip voor de leerlingen. [Verzoekster] is voorover gevallen, waarna haar armen uit de kom waren en zij haar beide ellebogen heeft gebroken/verbrijzeld. [Verzoekster] heeft SCOT aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade door de val, op grond van artikel 7:658 BW. SCOT heeft betwist aansprakelijk te zijn.