Categorie 6:162 BW

Gedeeltelijke schadevergoedingsplicht na ongeval leidt niet tot kostenveroordeling

Er heeft een botsing plaatsgevonden tussen twee auto's. Partijen zijn verdeeld over wie er voorrang had moeten verlenen. Verzoekster vindt dat de verzekerde van NN voorrang had moeten verlenen, omdat hij afsloeg, uit een uitrit kwam en met het invoegen een bijzondere verrichting deed. NN betwist dat en meent dat het juist verzoekster was die voorrang had moeten verlenen, omdat zij een uitrit uitreed en subsidiair omdat de botsing plaatsvond op een gelijkwaardige kruising en de verzekerde van NN van rechts kwam. 

Gemeente als wegbeheerder niet aansprakelijk voor ongeval waarbij basketbal vanaf basketbalveld richting het nabijgelegen fietspad rolde.

Verzoekster is op 30 september 2019 met de fiets ten val gekomen. Een basketbal rolde vanaf het nabijgelegen basketbalveld de weg op en kwam tegen/onder de fiets van verzoekster.

Als gevolg van dit ongeval heeft verzoekster letsel opgelopen. Verzoekster heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor haar schade. Verzoekster is van mening dat de gemeente een gevaarlijke situatie heeft geschapen door een basketbalveld aan te leggen vlakbij een doorgaand fietspad en onvoldoende maatregelen te treffen om te vooromen dat basketballen het fietspad oprollen.

De kantonrechter wijst de verzoeken van verzoekster af.

WAM-verzekeraar en Waarborgfonds gezamenlijk aansprakelijk voor ontstaan ongeval van een opzittende

Verzoeker zat achterop een ondeugdelijke scooter bij een 15-jarige bestuurder. Een bij Allianz verzekerd voertuig heeft de scooter niet zien aankomen en heeft bij het optrekken de scooter geraakt. Verzoeker heeft het Waarborgfonds als eerste aangesproken. Het waarborgfonds heeft verzoeker naar Allianz verwezen. Allianz heeft vervolgens de behandeling van de letselschadeclaim van verzoeker in behandeling genomen en daarbij een beroep doet op 50% eigen schuld. De rechtbank weegt in deze zaak de causale bijdrage van ieder van de partijen en komt tot de conclusie dat verzoeker, Allianz en het Waarborgfonds ieder 33% hebben bijgedragen aan het ontstaan van de schade. Allianz omdat haar verzekerde geen voorrang verleende, het Waarborgfonds omdat de bestuurder 15 jaar was, geen geldig rijbewijs bezat, een niet WAM-verzekerde en gebrekkige scooter reed en verzoeker omdat hij had kunnen zien dat er geen deugdelijke verlichting aanwezig was. De billijkheidscorrectie kan nog een factor van belang zijn indien komt vast te staan dat verzoeker wist dat de bestuurder van de scooter 15 jaar was. Voor bewijslevering is in een deelgeschil echter geen ruimte.

Wegbeheerder aansprakelijk voor gebrek aan de weg door plasvorming? Nadere bewijslevering nodig, dus afwijzing.

Op zondag 23 februari 2020 vindt er een eenzijdig ongeval plaats, waarbij eiser (als bestuurder van een personenauto) letsel oploopt. Eiser stelt de provincie als wegbeheerder aansprakelijk op grond van artikel 6:174 en/of artikel 6:162 BW, omdat de weg niet voldeed aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden en sprake was van een gevaarzettende situatie, zonder dat de provincie daar maatregelen voor had genomen. Er lag namelijk een grote plas water op de weg door hevige regenval en door een natuurlijke verlaging in de weg stroomde al het water naar dit punt.

Om de vraag te beantwoorden of de weg gebrekkig is ingericht, is nadere bewijslevering nodig. 

Rood-licht-kwestie Nadere bewijslevering noodzakelijk; geschil leent zich niet voor deelgeschilprocedure

Verzoeker (fietser) en verweerder (auto) komen met elkaar in aanrijding op een kruising. Vast staat dat partijen niet gelijktijdig groen licht hebben gehad. Onduidelijk is welke partij door rood licht is gereden. De feiten in deze zaak staan onvoldoende vast. De rechtbank is van oordeel dat nadere bewijslevering noodzakelijk is, waardoor dit geschil zich niet leent voor een deelgeschilprocedure.

Politie niet aansprakelijk voor letsel door bij aanhouding ingezette hond

Bij een aanhouding voor een woninginbraak is verzoeker in zijn linkerarm gebeten door de ingezette politiehond. De wond is uiteindelijk geïnfecteerd geraakt en hij is daaraan geopereerd. Na een aangifte van zware mishandeling is niet besloten tot vervolging van de hondengeleiders en een art. 12 SV procedure leidde tot niets. Uiteindelijk heeft hij de politie aansprakelijk gesteld, omdat hij meent dat het er bij zijn aanhouding ten onrechte geweld is toegepast. De politie heeft - ook na een voorlopig getuigenverhoor - aansprakelijkheid afgewezen en zodoende is dit deelgeschil gestart.