Verzoekster is geopereerd aan een breuk in haar arm, waarbij zenuwletsel is ontstaan als gevolg van een gemaakte medische fout. De aansprakelijkheid is erkend. In gezamenlijk overleg wordt een neurologische, traumachirurgische en een verzekeringsgeneeskundige expertise uitgevoerd. Verweerster stelt zich op het standpunt dat er, voor wat betreft het neurologische deel van het rapport, zwaarwegende en steekhoudende bezwaren bestaan tegen het gecombineerde rapport van de deskundigen, omdat de uitkomsten niet voldoende gemotiveerd zijn en geen steun vinden in het onderzoek. De rechtbank verwerpt het verweer en oordeelt dat het deskundigenrapport als uitgangspunt dient bij de afwikkeling van de schade.
Verzoekster is een paar maanden gedetineerd geweest. Die detentie is geëindigd omdat zij om medische redenen detentieongeschikt werd verklaard.
Al tijdens het voorarrest heeft zij er alles aan gedaan om haar complexe medische situatie zo goed mogelijk te onderbouwen door medische informatie aan te leveren. Omdat een korte(re) detentie werd verwacht, werd geconcludeerd dat de benodigde zorg uitstelbaar was.
De detentie bleek toch langer en tijdens die detentie namen de klachten erg toe. Er is uiteindelijk een verwijzing naar een specialist in het ziekenhuis gekomen, maar die verwijzing duurde langer dan goed was. De reden: er werd nog gewacht op medische informatie, terwijl die informatie in een eerder stadium al door verzoekster zou zijn overhandigd.
Verzoekster stelt dat het onzorgvuldig was dat, gezien de bekende problematiek, onvoldoende een beeld is gevormd van alle klachten en lopende behandelingen ten tijde van de intake of kort daarna. Toen duidelijk werd dat de detentie langer zou duren, werd bovendien onvoldoende adequaat gehandeld in het opstarten van de juiste behandelingen en begeleiding.
Zij heeft de Staat aansprakelijk gesteld voor de haar schade als gevolg van medisch onzorgvuldig handelen.
Verzoekster meldde zich in april bij een tandartsenpraktijk i.v.m. hevige pijn. Wat volgde was een wortelkanaalbehandeling. In juli volgde een hartoperatie, vanwege een bacteriële infectie. Verzoekster meent dat de tandarts hiervoor aansprakelijk is. De rechtbank komt tot de conclusie dat alleen de verklaring voor recht toewijsbaar is t.a.v. de onvoldoende medische anamnese
Verzoeker is in 2010 aan een nekhernia geopereerd. Op enig moment is hij vanwege toenemende pijnklachten onderzocht door een neuroloog en bleek nog steeds sprake te zijn van een beknelling van zijn nek. Op 29 februari 2012 is verzoeker geopereerd . Op 6 april 2012 heeft er een hersteloperatie plaatsgevonden vanwege uitval in de rechterschouder en hypersensitiviteit in het dermatoom C6. Daarbij is een schroef is verwijderd, een schroef is herplaatst en een schroef is vervangen door een haakje. De gebruikte schroeven hadden een lengte van 20 mm. De door partijen ingeschakelde deskundige, dr. Bouma, komt tot de conclusie is dat er onzorgvuldig is gehandeld doordat er schroeven van 20 mm zijn gebruikt.
De rechtbank oordeelt dat niet is gebleken van ernstige bezwaren tegen het rapport van dr. Bouma. SMK is aansprakelijk voor de gevolgen van het medisch onzorgvuldig handelen.
Verzoeker is in juni 2014 en september 2014 meerdere malen door verschillende artsen gezien. Op 4 september 2014 wordt op een MRI-scan een herseninfarct gediagnostiseerd. Verzoeker heeft het ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor de schade die hij lijdt als gevolg van de tekortkomingen in de medische behandelingsovereenkomst door het ziekenhuis in juni 2014 en september 2014. Hoewel de rechtbank tot de conclusie komt dat op 2 momenten sprake is van tekortkomingen aan de zijde van het ziekenhuis, kan een causaal verband (nog) niet worden aangenomen.
Verzoekster heeft zich bij verweerder (de huisartsenpost) gemeld met o.a. pijn op de borst en benauwdheid. Ondanks dat uit de D-dimeertest de uitslag 'dubieus' kwam, werd verzoekster naar huis gestuurd. Twee dagen later bezocht verzoekster haar eigen huisarts, die haar met spoed naar de spoedeisende hulp heeft verwezen, waar longembolieën werden geconstateerd. De kantonrechter oordeelt dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door verzoekster niet direct door te verwijzen naar een specialist. Kosten deelgeschil toegewezen als verzocht.