Het betreft hier een kop-staart botsing waarbij de feitelijke toedracht (nog) niet vaststaat. Het verzoek wordt daarom afgewezen en er vindt ook geen kostenbegroting plaats. Verzoekster had in redelijkheid kunnen voorzien dat het zou aankomen op bewijslevering, waarvoor in een deelgeschilprocedure naar haar aard in beginsel geen plaats is, zo ook in dit geval. Een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor had meer in de rede gelegen.
Verzoekster denkt dat verweerster wilde doorrijden zonder voorrang te verlenen aan verzoekster. Verzoekster is tegen een lantaarnpaal gebotst door haar uitwijkmanoeuvre.
Verzoekster stelt dat betrokkene 1 een verkeersfout heeft gemaakt en houdt Achmea aansprakelijk. De rechtbank wijst de aansprakelijkheid af, omdat niet is komen vast te staan dat betrokkene 1 een verkeersfout heeft gemaakt.
Verzoeker en verweerster waren als motorrijders betrokken bij een ongeluk. Zij reden met andere motorrijders op de meest linker rijstrook. Verweerster reed voorop gevolgd door verzoeker. Op enig moment raakten de motoren van verzoeker en verweerster in elkaar. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag wie een verkeersfout heeft gemaakt en daarom aansprakelijk is.
Verzoeker is als passagier van een personenauto betrokken geweest bij een verkeersongeval. Partijen hebben een discussie over de aansprakelijkheid. De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder aansprakelijk is voor de door het verkeersongeval toegebrachte schade aan verzoeker, maar dat er wel sprake is van 50% eigen schuld. Verzoeker wist immers op het moment dat hij de auto instapte dat bestuurder onder invloed was van lachgas. Daarnaast heeft verzoeker lachgasballonnen aan bestuurder gegeven tijdens het rijden.
Verzoekster wordt van achteren aangereden op de snelweg. Partijen verschillen van mening over de exacte toedracht. De rechtbank komt tot de conclusie dat bewijslevering noodzakelijk is voordat inhoudelijk op de verzoeken kan worden beslist. De verzoeken worden afgewezen omdat een beslissing onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
In dit deelgeschil stond de toedracht van een verkeersongeval tussen 2 voertuigen centraal. Door het ongeval, dat plaatsvond op 20 mei 2021, heeft verzoekster letsel opgelopen. Partijen discussiëren over de toedracht van het ongeval en de gemaakte verkeersfouten (het wel- of niet voeren van een te hoge snelheid en het wel- of niet inhalen over een doorgetrokken streep). De kantonrechter stelt om deze reden vast dat de zaak zich niet leent voor een deelgeschilprocedure.