Op 1 mei 2022 zijn verzoekers betrokken geraakt bij een verkeersongeval op een fietspad. Zij liepen naast elkaar aan de rechterzijde van het fietspad. Zij zijn van achteren aangereden door een snorfiets. De verzekeraar van de snorfiets is bereid om 50% van de schade te vergoeden. Het verzoek aan de rechtbank is om het vergoedingspercentage bij te stellen naar 100%. De rechtbank stelt het percentage bij naar 85% en laat 15% voor rekening komen van verzoekers.
Verzoeker is als voetganger door een snorfietser aangereden (hij liep op het fietspad, bij gebrek aan trottoir). Beide partijen hebben aan die aanrijding letsel overgehouden. Over de precieze toedracht wordt getwist. Verweerster heeft na een ongeval aansprakelijkheid erkend, waarbij geen voorbehoud is gemaakt voor eigen schuld. Bijna twee maanden later laat verweerster weten dat de verkeerde standaardbrief is gestuurd, en dat het standpunt is dat op grond van art. 185 WVW aansprakelijkheid wordt erkend, maar er sprake is van 50% eigen schuld.
Een bij Allianz verzekerd voertuig is achterop een lesauto gereden. Allianz heeft voor het ontstaan van de achteropaanrijding aansprakelijkheid erkend, maar beroept zich op eigen schuld omdat verzoekers (leerling en instructeur) met het spontaan stilvallen van de auto gevaarzettend hebben gehandeld en daarmee een bijdrage hebben geleverd aan het ontstaan van de achteropaanrijding. De rechtbank gaat daar niet in mee omdat de bestuurder van het achteroprijdende voertuig voldoende afstand had moeten houden.
Verzoekster woont al 37 jaar in een galerijflat. De woning huurt zij van Fien Wonen. Op 1 november 2020 is verzoekster op de (natte) galerijvloer uitgegleden.
[verzoekster] wandelde op het moment van het ongeval op een openbare weg in het bos. [verweerster sub 2] fietste op haar racefiets en naderde [verzoekster] van achteren. [verweerster sub 2] heeft [verzoekster] in haar rug aangereden waardoor zij beiden hard ten val kwamen. [verzoekster] en [verweerster sub 2] hebben beiden letsel opgelopen ten gevolge van de val. Partijen hebben elkaar over en weer aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade.
Gemaakte verkeersfouten a.d.z.v. van zowel verzoeker als verweerder sub 1. De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder sub 1 aansprakelijk is, met in achtneming van een percentage eigen schuld a.d.z.v. verzoeker van 20%.