Een racefietser komt ten val over een met kabelmatten bedekte kabelgoot op het fietspad. De fietser loopt daarbij een drievoudige sleutelbeenbreuk en een (lichte) hersenschudding op. In dit geval mist artikel 6:174 BW zijn toepassing. De kantonrechter is van oordeel dat de gemeente haar zorgplicht als wegbeheerder heeft geschonden en zij dus op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is voor de schade.
Afwijzing verzoek tot vaststelling aansprakelijkheid op grond van artikel 1019z Rv. Toewijzing verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ex artikel 166 Rv. Begroting kosten, zonder veroordeling. uurtarief van € 80,-
Verzoeker is gevallen tijdens haar (uitzend)werkzaamheden bij de gemeente. Zij stelt daarbij letsel te hebben opgelopen en houdt de gemeente daarvoor aansprakelijk. De kantonrechter is van oordeel dat sprake is van een huis-, tuin- en keukenongeval.
Eiser was betrokken bij verkeersongeval, waarvoor de verzekeraar aansprakelijkheid heeft erkend. Er is discussie ontstaan over het causaal verband tussen deze gestelde klachten en het ongeval. Het psychiatrisch onderzoek (uitgevoerd op gezamenlijk verzoek) en het neurologisch onderzoek (uitgevoerd na deskundigenbericht) geven geen aanleiding om een causaal verband aan te nemen. Eerdere verzoeken om een revalidatiearts en een verzekeringsarts werden door de rechtbank in 2022 afgewezen.
Buschauffeur rijdt achterop auto die bestuurd wordt door iemand zonder rijbewijs en die zich bovendien treiterachtig gedroeg. Verzoeker verzoekt de kantonrechter voor recht te bepalen dat Achmea aansprakelijk is. De kantonrechter wijst dit verzoek toe, omdat de aanrijding nu eenmaal door fout buschauffeur ontstond.
Tijdens het fixeren van een bewoner heeft verzoeker zijn knie gestoten aan een uitstekend hoekplaatje dat aan het bed van een bewoner was bevestigd ter versteviging van het bed. Hierdoor had hij een diepe snee onder zijn knieschijf.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de werkgever aansprakelijk is omdat het metalen hoekplaatje zo geplaatst is dat de medewerker zich daaraan open kon halen, terwijl er een beter alternatief mogelijk was.
Verzoekster is op 30 september 2019 met de fiets ten val gekomen. Een basketbal rolde vanaf het nabijgelegen basketbalveld de weg op en kwam tegen/onder de fiets van verzoekster.
Als gevolg van dit ongeval heeft verzoekster letsel opgelopen. Verzoekster heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor haar schade. Verzoekster is van mening dat de gemeente een gevaarlijke situatie heeft geschapen door een basketbalveld aan te leggen vlakbij een doorgaand fietspad en onvoldoende maatregelen te treffen om te vooromen dat basketballen het fietspad oprollen.
De kantonrechter wijst de verzoeken van verzoekster af.
Verzoeker is van een trap gevallen in de werkplaats van verweerder en loopt daarbij letsel op. De verzekeraar van verweerder stelt dat de afgesloten verzekering geen dekking biedt omdat hiervoor een specifieke uitsluiting is opgenomen. De kantonrechter is, na toepassing van de Haviltex-norm, van oordeel dat de verzekeraar wél dekking moet bieden.
Bij het laden/lossen is onderdeel van de lading van een trailer gevallen en op verzoeker terechtgekomen, die daardoor een lage dwarslaesie opliep. Hij stelt de werkgever van de mensen van het bouwbedrijf (niet het aan dat bedrijf gerelateerde transportbedrijf) die hem hielpen bij het laden en lossen aansprakelijk, omdat hij meent dat zij voor een onveilige situatie hebben gezorgd.
Achter de receptie is verzoeker – werknemer van verweerder – bij het pakken van een bureaustoel ten val gekomen. Het zou een ‘rommeltje’ en een ‘zooitje’ geweest zijn. De rechtbank meent dat er sprake is van een huis-, tuin- en keukenongeval, een ongelukkige samenloop van omstandigheden waar de werkgever niet voor hoefde te waarschuwen.
Verzoeker – werknemer van verweerder – stelt dat een doos met een warmtepomp erin tegen zijn hoofd is gevallen tijdens het lossen van de vrachtwagen bij een klant. Ondanks een eerder getuigenverhoor slaagt de werknemer er niet in om aan te tonen dat hij schade heeft geleden tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden.
Stagiaire zet een kopje met heet water op haar agenda, die zij in haar hand had. Met het omdraaien stoot zij het kopje om, met brandwonden op haar arm als gevolg. De stagiaire meent dat het stagebedrijf aansprakelijk is. De kantonrechter wijst aansprakelijkheid a.d.z.v. het stagebedrijf af.
Verzoekster is aangereden door een verzekerde van verzekeraar. Verzoekster voert in het verzoekschrift aan dat haar voertuig daarbij beschadigd is geraakt en dat zij materiele en immateriële schade heeft opgelopen. De kantonrechter is van oordeel dat niet is gebleken van letsel zodat deze zaak ten onrechte als deelgeschil is aangebracht. Verzoekster is niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek.
Verzoekster heeft zich bij verweerder (de huisartsenpost) gemeld met o.a. pijn op de borst en benauwdheid. Ondanks dat uit de D-dimeertest de uitslag ‘dubieus’ kwam, werd verzoekster naar huis gestuurd. Twee dagen later bezocht verzoekster haar eigen huisarts, die haar met spoed naar de spoedeisende hulp heeft verwezen, waar longembolieën werden geconstateerd. De kantonrechter oordeelt dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door verzoekster niet direct door te verwijzen naar een specialist. Kosten deelgeschil toegewezen als verzocht.
Verzoeker is op 4 mei 2022 een motorongeval met letsel overkomen. Achmea heeft aansprakelijkheid erkend voor de gevolgen van het ongeval. De schade met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten is geregeld. Partijen hebben discussie over het gehanteerde uurtarief van de belangenbehartiger. De belangenbehartiger hanteert een uurtarief van € 189,50 ex btw (inhoudelijke werkzaamheden) en € 69,50 ex btw (administratieve werkzaamheden) Achmea wil maximaal € 100,00 ex btw vergoeden. Omdat niet specifiek om een bedrag is gevraagd is de vraag dossieroverstijgend en draagt de beslissing niet bij aan het tot stand komen van een vaststellingsovereenkomst.
Verzoeker was tijdens zijn werk als maaltijdbezorger per scooter betrokken bij een verkeersongeval. Daarbij liep hij letsel op. Hij stelt zijn werkgever aansprakelijk.
Verzoekster is gevallen op de toiletvloer tijdens schoonmaakwerk op een basisschool. Zij stelt haar werkgever en de school aansprakelijk voor opgelopen letsel. Aanvankelijk meldde zij ‘alleen’ last van haar rug. Dat is ook onderbouwd. De aanwezigheid van de klachten die later zouden zijn ontstaan (uiteenlopend van hoofd-, nek- en rugpijn, tot klachten als gevolg van inwendig letsel) is niet onderbouwd/gedocumenteerd.
Verzoeker is tijdens zijn werkzaamheden gewond geraakt aan zijn vinger en houdt zowel zijn formele als materiële werkgever aansprakelijk. De kantonrechter volgt de door verzoeker geschetste toedracht en oordeelt dat de werkgever niet heeft voldaan aan de zorgplicht en wijst de verklaring voor recht en een gedeelte van de verzochte kosten van deze zaak toe. Er volgt wel een matiging van de urenbesteding en het uurtarief, waarbij separate kantoorkosten van 5% niet redelijk worden geacht.
Tijdens werkzaamheden is verzoeker klem komen te zitten met zijn pink tussen de lepels van een vorkheftruck en een deksel. Verzoeker heeft daarbij letsel opgelopen. Volgens de rechter heeft Pelican Rouge haar zorgplicht geschonden. Twee collega’s hebben op een verkeerde manier een deksel willen verwijderen en verzoeker heeft daarbij ongevraagd assistentie verleend. Procedures t.a.v. deze werkzaamheden zijn niet schriftelijk vastgelegd en onvoldoende mondeling gecommuniceerd. Werkgever is aansprakelijk voor het ontstaan van het arbeidsongeval.
Verzoekster denkt dat verweerster wilde doorrijden zonder voorrang te verlenen aan verzoekster. Verzoekster is tegen een lantaarnpaal gebotst door haar uitwijkmanoeuvre.
Verzoekster stelt dat betrokkene 1 een verkeersfout heeft gemaakt en houdt Achmea aansprakelijk. De rechtbank wijst de aansprakelijkheid af, omdat niet is komen vast te staan dat betrokkene 1 een verkeersfout heeft gemaakt.
In de kwestie tussen verzoeker en NN is er nog discussie over enkele schadeposten: HH en BGK. De rechtbank komt tot een gedeeltelijke toewijzing m.b.t. de HH. De rechtbank wijst het verzoek om de openstaande BGK te vergoeden volledig af. Ook betreffende de kosten deelgeschil is de rechter helder, waarna een forse matiging volgt.
Werknemer is op 18 maart 2013 een arbeidsongeval overkomen. Werkgever heeft een AVB-polis afgesloten bij verzekeraar. De vordering van werknemer op werkgever is verjaard. Werkgever en werknemer proberen toch de schade af te wentelen op een verzekeraar. Dat lukt niet.
Verzoekster wordt van achteren aangereden op de snelweg. Partijen verschillen van mening over de exacte toedracht. De rechtbank komt tot de conclusie dat bewijslevering noodzakelijk is voordat inhoudelijk op de verzoeken kan worden beslist. De verzoeken worden afgewezen omdat een beslissing onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
In dit deelgeschil stond de toedracht van een verkeersongeval tussen 2 voertuigen centraal. Door het ongeval, dat plaatsvond op 20 mei 2021, heeft verzoekster letsel opgelopen. Partijen discussiëren over de toedracht van het ongeval en de gemaakte verkeersfouten (het wel- of niet voeren van een te hoge snelheid en het wel- of niet inhalen over een doorgetrokken streep). De kantonrechter stelt om deze reden vast dat de zaak zich niet leent voor een deelgeschilprocedure.